Laglio, George Clooney’s keuze

Laglio is vooral bekend door het feit dat de bekende Amerikaanse acteur George Clooney er in 2001 de luxueuze Villa Oleandra kocht en regelmatig in het dorp aan het Comomeer verblijft.

Het kleine, charmante plaatsje Laglio (1000 inwoners) is gelegen op een vlak stuk bij het Comomeer, goed geschikt voor wandelingen en fietstochten. Achter het dorp strekken de bossen zich uit naar de top van de Monte Colmegnone, 1383 meter hoog.

Aan het begin van de twintigste eeuw vormde Laglio één gemeente met Brienno, een paar kilometer noordelijker. Dit plaatsje is zeker een bezoek waard, dankzij het goed bewaard gebleven oude dorpscentrum met zijn netwerk van middeleeuwse galerijen en stenen huizen. Achter dit dorp verrijzen de bergen Monte San Bernardo (1351 meter) en Monte Briante (1279 meter).

Bij het gehucht Torriggia wordt het Comomeer heel smal, zodanig dat je het dorpje Careno aan de overkant bijna aan lijkt te kunnen raken. Het meer bereikt hier zijn maximale diepte (410 meter).

Bezienswaardigheden Laglio

• De Kerk van San Giorgio uit de 17e eeuw is in de achttiende eeuw door Stefano Salterio uit Laglio versierd met fraaie stucwerken en frieswerken. Binnen zijn ook schilder- en beeldhouwwerken uit de achttiende eeuw te zien en een altaarstuk waarop door Carlo Innocenzo Carloni de ‘Madonna del Rosario’ is afgebeeld.
• Het grafmonument in de vorm van een 20 meter hoge piramide, op de begraafplaats van het dorp, is de moeite waard.
• Villa Melograno, of Fasola, uit het einde van de negentiende eeuw, ligt in het gehucht Vergonzano. Deze villa valt vooral op door de grote tuin en door de voorgevel met trapsgewijs aflopende muren vanaf de hoektoren.
• De Kerk van de Heiligen Nazaro en Celso in Brienno, loodrecht boven het water gelegen, biedt onderdak aan een veelluik van Andrea Passeri uit 1508. Er zijn hier ook fresco’s uit de zeventiende eeuw te bewonderen.
• Buco dell’Orso, een grot op 600 meter hoogte op de helling van de Monte Colmegnone, is voor 150 meter begaanbaar. De grot dankt zijn naam (en zijn bekendheid) aan de vondst van prehistorische resten van de Ursus Spelaeus, de holenbeer.